Het Open Boek Texel


< Terug







Op de leestafel


Boekbesprekingen van Lennie Haarsma



Zonder ons is er geen muziek

Lotte Dondorp


Uitgeverij Atlas Contact, 2021





Zonder ons is er geen muziek bestaat uit achttien veelal spannende, levensechte korte verhalen die je als lezer meenemen in het dagelijks leven van mensen; vaak van mensen die eenzaam zijn.
Mensen die veelal het verleden achter zich willen laten, rouwen om het wegvallen van een geliefde en bijna alleen nog houvast vinden in kleine rituelen.

De titels zijn goed gekozen en spreken zeer tot de verbeelding. Denk aan titels als Als kapstokken zo mager over koeien die verwaarloosd worden, het titelverhaal Zonder ons is er geen muziek, over de dood van een moeder, waarin de vader zegt dat geluiden altijd ergens wachten: 'Ze wachten tot we met ze willen spelen. Zonder ons is het stil in huis. Zonder ons is er geen muziek.'

Sterk is Dondorp in haar eerste zinnen van een verhaal.
In het verhaal En er is niets veranderd wordt gelijk in het begin de sfeer van het verhaal neergezet: 'Nu had ze een eigen huis met oranje dakpannen, een schoorsteen, drie kamertjes en een keuken die uitkeek op de tuin.'
In De zeemeermin wordt in de eerste zin de spanning al duidelijk: 'Ik kreeg van mijn moeder drieënhalve liter bier mee en die was al op voor ik bij de brug aankwam.'

Dondorp observeert zeer nauwkeurig waardoor je als lezer meeleeft in de korte tijdspanne van ieder verhaal.
Je wordt daardoor ook net zo nieuwsgierig als de kinderen zonder ouders of met één ouder, en je leeft mee met eenzame mensen die geen bemoeienis van wie dan ook uit hun omgeving dulden, je kunt je voorstellen dat mensen weggaan uit een situatie die hen benauwt zoals in Lichtspel, en je gunt de vrouwelijke dominee uit Quatre mains dat ze ervoor uit mag komen dat ze op vrouwen valt.

Een prachtige bundel met acht compleet nieuwe verhalen en tien verhalen die reeds eerder verschenen in Hollands Maandblad, Tirade of op Revisor.nl

Lotte Dondorp (1987) studeerde literatuurwetenschap en filosofie
In 2019 rondde zij de vierjarige opleiding af aan de Schrijversvakschool Amsterdam
Zonder ons is er geen muziek is haar debuut


  September 2021



De Poel

Pauline de Bok

Uitgeverij Atlas Contact, 2021





Wat zoekt een journaliste en filosofe in een stuk ongerept natuur op het Duitse platteland?
Wat levert het filosoferen over de verhouding mens en natuur op?
Vanwaar de drive van de Bok als 'mensdier' om de lijdende natuur te willen redden?

Wat leer je als lezer over de noodzaak om met meer respect in te grijpen in de natuur en vooral waarom is de dwang van de Bok om alles te verklaren, controleren en te registreren zo groot? Met de extra vraag wat biedt dit boek mij als stadse gepensioneerde dame, dook ik De Poel in.

Op de voorkant van het boek neemt de schrijfster je al mee naar een verschraalde en verdorde poel achter de koeienstal waarin ze zoekt naar nieuw leven. Voor het eerst in twintig jaar blijft de poel achter haar koeienstal droog.
Haar actie om een leemplas aan te leggen is deels succesvol en deels blijkt ook nu weer hoe hardnekkig en onomkeerbaar de ecologische ramp is die zich ook hier voltrekt.

Het boek bestaat uit 19 hoofstukken, die zijn gelardeerd met toepasselijke titels zoals schapen lokken, wasberen vangen, zwijnenkop, de poelgeest is terug en het virus. Het hoofdstuk over het coronavirus maakt het boek extra actueel, want hoewel er een hoopvol bericht is over eindelijk weer water in de droge poel leidt het virus ertoe dat de overheid in Duitsland - het Ordnungsamt - iedereen met een tweede woning verplicht de deelstaat te verlaten.

De Bok voelt zich hierdoor als een opgejaagd dier; het maakt haar onzeker doordat het virus haar telkens teruglokt naar haar digitale biotoop en haar dag na dag uitgeput achterlaat met haar eigen drukke gedachten. Maar ze is wel in harmonie met de natuur!

Als stadse gepensioneerde dame ben ik zeer onder de indruk van de talloze beschrijvingen van planten en dieren: hun verschijning of juist hun verdwijning. De interessante beschrijvingen van het natuurleven met jagen op wild, slachten van dieren en zelf kweken van planten worden beeldend beschreven.

Zo leeft de schrijfster zich in en praat tegen planten en dieren en vraagt zich bijvoorbeeld af hoe het zou zijn als ze dichtbehaard zou zijn en in de modder zou rollen om parasieten kwijt te raken. Haar filosoferen over de relatie mens en natuur zet mij aan het denken over mijn verhouding tot eten van vlees en vis.
Kortom: De Poel is juist een mooi boek voor stadse mensen die weinig idee hebben van een buitenleven, waarbij bramen weliswaar lekker zijn maar ook een gevaar opleveren voor de natuur.

Wat mij bovenal aanspreekt is dat de filosofe in de Blok nergens normerend wordt of met een vinger wijst.
Geen beschuldiging maar een realistische kijk op hoe het ecosysteem bedreigd wordt door ons mensen. Het levert vooral een groot verlangen op om meer in de natuur te zijn.
Pauline de Bok (1956) is journaliste en filosofe. Ze woont afwisselend in Amsterdam en Mecklenburg-Vorpommern.

Ze schrijft, vertaalt en houdt zich het liefst buiten op. Haar boek Blackow of het verlangen naar Heimat werd genomineerd voor de M.J. Brusseprijs en verscheen in een Duitse vertaling. In Buit vertelt de schrijfster hoe ze stoer haar jachtbrevet haalt.

De Poel verscheen als eerste titel van de Maand van het Natuurboek in mei 2021


  Juni 2021



Het verhaal van de kat die boeken wilde redden

Sosuke Natsukawa

Uitgeverij Signatuur, 2020





De grootvader van Rintaro Natsuki runt een tweedehands boekhandel.
Als middelbare scholier brengt Rintaro veel tijd door in deze kleine winkel.
Nadat zijn grootvader overlijdt staat hij op het punt de boekhandel voorgoed te sluiten.

Op dat moment verschijnt er een kat, genaamd Tijger, die kan praten en Rintaro overtuigt om hem te helpen boeken van de ondergang te redden.
Deze opdracht bestaat uit het doorlopen van doolhoven, waar bijzondere figuren proberen het voortbestaan van boeken te bevorderen, maar het tegendeel bereiken.

De doolhoven worden ieder in aparte hoofdstukken beschreven.

Samen met Tijger en later met zijn schoolvriendin gaat Rintaro op pad.
In het eerste doolhof treft hij een man aan die van mening is dat je zoveel mogelijk boeken moet lezen om je status te verhogen.
Hij begrijpt volgens Rintaro de waarde van boeken niet, want na het lezen bergt hij ze op in afgesloten kasten.

In het tweede doolhof komen ze een man tegen die aan de hand van zo weinig mogelijk woorden boeken wil samenvatten.
Zo werkt hij aan de Faust van Goethe die hij wil inkorten en waarvoor slecht twee minuten leestijd geldt.

Het derde doolhof gaat over een man die boeken versimpelt en enkel gaat voor spanning en sensatie.
Mooi is de moraal over boeken die een hart hebben: 'Eigenlijk is een boek niet veel meer dan een pak papier, maar zodra lezers geroerd worden en hun dierbare boeken gaan koesteren, begint er in die boeken een hart te kloppen.'

Het verhaal van De kat die boeken wilde redden is een typisch Japans verhaal, waarin mysterie niet vreemd is, over het belang van boeken.

Literatuur biedt immers de mogelijkheid om horizonnen te verbreden, meer begrip voor elkaar te krijgen en ons verbonden te voelen met de mensen om ons heen.

Sosuke Natsukawa (1978) is een arts en auteur uit Nagamo, Japan.


  Januari 2021



Augustus

Irma Maria Achten

Uitgeverij Van Oorschot Amsterdam, 2019





‘Misschien is dit wel het belangrijkste verschil tussen David en mij, tussen Nederlanders en Chilenen.
De Nederlander doet er alles aan om het lijden te vermijden.
Comfortabel en gezellig zijn kernbegrippen van zijn cultuur. De ouden, dwazen en verminkte zitten ver weg in aparte huizen.

'Alles eigenlijk waarop je in het leven voorbereid zou moeten zijn, is weggesneden. En Chilenen, net als Grieken, verzetten zich niet tegen het lijden.'

Aan het woord is Irma Maria Achten die een prachtige liefdesgeschiedenis heeft geschreven.

David is 16 als hij in het voorjaar in de Vecht ademhalingsoefeningen doet en zolang mogelijk onder water probeert te blijven.
Plotseling rijdt een auto het water in; met behulp van een voorbijganger worden beide passagiers gered.
Het zijn de kunstcriticus Willem Hogendorp en zijn jongere Chileense vrouw Merce.

Irma Maria Achten is filmmaker, scenarioschrijver en librettist.
Ze studeerde Duits en volgde een opleiding aan de Toneelschool Amsterdam.
De laatste jaren woont en werk zij in Friesland en in Griekenland. Augustus is haar debuut.


  Januari 2020



Weg naar huis

Yaa Gyas

Uitgeverij De Bezige Bij, 2017





'Familie is als het bos: als je erbuiten staat lijkt het bos heel dicht; als je erin staat zie je dat elke boom zijn eigen plek heeft.'

Een mooi spreekwoord voorin de debuutroman van de Ghanese Yaa Gyasi.
Het spreekwoord, afkomstig uit het Akans, de belangrijkste taal van Ghana, geeft prachtig weer hoe levens van zussen kunnen lopen.

Effia en Esi hebben dezelfde vader, maar groeien heel verschillend op in het achttiende-eeuwse Ghana.
Effia wordt uitgehuwelijkt aan een Engelsman om vervolgens in weelde te leven.
Esi wordt als jong meisje gevangengenomen, als slaaf verkocht en op de boot naar Amerika gezet.

Weg van huis vertelt over drie eeuwen Afrikaanse geschiedenis.
De schrijfster koos voor de achttiende eeuw toen duizenden slaven vanuit de West-Afrikaanse Goudkust naar Noord, en Zuid-Amerika werden verscheept.
In die tijd woedden er hevige conflicten tussen de machtige Ashanti en de kustbewoners Fante, die samenwerkten met Britse en Nederlandse slavenhandelaren.

De roman beslaat drie eeuwen geschiedenis.
In afzonderlijke hoofdstukken worden de levens en veertien nakomelingen van Effia en Esi beschreven: vanaf de stammenstrijd in Ghana tot de grote volksverhuizingen naar Manhattan in de twintigste eeuw.

In een interview met de schrijfster geeft ze aan dat ze geschiedenis wilde schrijven, maar de vraag was vanuit welk perspectief.
Weg naar huis beschrijft op overtuigende wijze hoe indringend slavernij is, wat er de gevolgen van zijn en hoe achterstelling op basis van kleur nog steeds actueel is.


  Juli 2018



Zama

Antonio di Benedetto

Uitgeverij Lebowski, 2017





'Voor de slachtoffers van het wachten, zij die ten onder gaan aan verwachtingen,' luidt de opdracht van Zama, de roman van de Argentijn Antonio de Benedetto uit 1956.
Zama speelt zich eind 18e eeuw af, in een gebied dat voorheen Spaans grondgebied was en nu tot Paraquay behoort.

Het boek is opgebouwd uit drie delen.
In het eerste deel is het 1790 en don Diego de Zama, hooggeplaatst dienaar van de Spaanse kroon, verblijft op een afgelegen buitenpost en is verstoken van zijn vrouw en kinderen.
Hij wacht al een jaar lang op overplaatsing en heeft permanent geldzorgen.

In deel 2 is het 4 jaar later.
Nog steeds wacht don Diego de Zama op de verwachte overplaatsing.
Ondertussen heeft hij een moeizame relatie met een arme weduwe en problemen met haar zoon.

In het derde deel is het 1799 trekt de hoofdpersoon de binnenlanden in op zoek naar de bandiet Vicuna Porto.
Ook nu weer in de hoop dat dit zijn overplaatsing zal bespoedigen.

In het voorwoord van Zama beschrijft Maarten Asscher de tweespalt in het schrijverschap van di Benedetto.
Aan de ene kant de koloniale, kosmopolitische immigratiecultuur en anderzijds de inheemse cultuur van de Gauchos, na de indianen de oorspronkelijke, creoolse bewoners van de regio.
Voor deze roman deed di Benedetto uitvoerig research over de Argentijnse geschiedenis, terwijl hij anderzijds vooral wilde dat zijn werk in de Spaanse en Engelstalige literaire wereld bekend zou worden.

Het boek leest makkelijk, kent mooie zinnen en is ondanks beschrijvingen over afgang en eenzaamheid uit een periode van ruim 2 eeuwen geleden ook anno 2018 herkenbaar en invoelbaar. Het schijnt dat de schrijver het boek tijdens een vakantie in krap drie weken heeft geschreven.

Begin april 2018 is Zama verfilmd en nu de Nederlandse bioscopen te zien.
De regisseur is de Argentijnse Lucrecia Martel.
In deze verfilming verliest niet alleen de titelfiguur alle gevoel van controle, maar dat geldt ook voor de kijker.
'Ik wilde bovenal Zama's paranoia binnenstebuiten keren,' aldus de regisseuse in een interview in de Groene Amsterdammer van 29 maart 2018.

Antonio di Benedetto (1922- 1986) was een Argentijnse journalist en schrijver. Tijdens het regime van Jorge Videla werd hij gevangengezet en gemarteld.
Na zijn vrijlating leefde hij tot 1984 in Spanje in ballingschap.


  April 2018



De antwoorden

Catherine Lacey


Das Mag uitgevers, 2018





'Soms lijkt het alsof ik alleen maar vragen heb, alsof ik mijn hele leven dezelfde vragen zal blijven stellen.
Ik weet niet eens zeker of ik wel antwoorden wil, denk niet dat ik er veel aan zal hebben, maar ik weet wel dat ik er alles voor zou geven om iemand anders te kunnen zijn - wie dan ook - al was het maar voor een dag, een uur. Ik zou er alles voor over hebben om die afstand een keer te overbruggen.'

Aan het woord is Mary, die is opgegroeid in een streng religieus gezin.
Zij lijdt aan een onbekende en niet te diagnosticeren ziekte die haar hele leven bepaalt.

Op aanraden van haar spirituele vriendin Chandra volgt ze dure therapie-sessies.
Om die te kunnen betalen solliciteert ze op een advertentie voor een baan waar ze veel geld mee kan verdienen.

Ze raakt verwikkeld in een experiment naar het perfectioneren van de romantische liefde.
De kern van het experiment is de vraag of er een soort technologische, therapeutische en/of medische oplossing bestaat voor degenen die voortdurend vergeefs proberen het geluk te vinden in een liefdesrelatie.
Voor de uitvoering van het experiment wordt voor een bekende Tom Cruise-achtige acteur, Kurt Sky geheten, een harem van vriendinnen samengesteld, die ieder een verschillende rol vervullen.
Zo zijn er de Boze Vriendin om ruzie mee te maken, de Moederlijke Vriendin om zijn was te doen, en de Banale Vriendin 'om mee te hangen'.

Mary wordt zijn Emotionele Vriendin.

Tegen de opzet van het experiment in wordt Kurt verliefd op Mary, waarna de acteur en zijn Emotionele Vriendin slachtoffers worden van het experiment.
In De antwoorden creëert de schrijfster een wereld waarin liefde experimentele wetenschap wordt.

Het boek is stilistisch sterk en maakt aan de hand van sciencefiction-achtige beschrijvingen duidelijk dat liefde niet maakbaar is.


  Januari 2018



In alle steden

Aukelien Weverling

Uitgeverij Meulenhoff, 2017





In de vierde roman van Aukelien Weverling is ras optimist Bennie de held van het boek.
Hij is geboren in de F-wijk, een naargeestige wijk in een niet nader bij naam genoemde grote stad.
Na het doorlopen van het VWO wordt hij journalist en verhuist naar de keurige middenklasse wijk, de C-wijk.

De stad bestaat verder uit de wijk voor de superrijken, de A-wijk en de G-wijk waar, mensen in heuse krotten wonen.
Het lukt Bennie niet zich te handhaven en hij wordt ontslagen, raakt aan de drank en komt dan weer in de voor hem bekende F-wijk te wonen.

In alle steden is een boek waarin Bennie een weg probeert te vinden naar een beter bestaan, waarbij hij talloze lotgenoten op zijn pad vindt die hem beurtelings bedriegen en hem bijstaan. Wat overheerst is het recht van de sterkste.
En Bennie, die ondanks de tegenslagen die hij te verwerken krijgt, de ras-optimist blijft.

De stijl In alle steden maakt gebruik van de taal waarin Bennie spreekt.
Dit leidt af en levert onbegrijpelijke zinnen op: 'In zijn schaduw nam ik dat bonte gezelschap op dat daar in schemerlicht hun levertje tegemoetkwam.
Een geestleger van scharminkels die uitgehongerd naar liefde hier in hun beste kantkraagjes zichzelf met gedistilleerde moed vulden, naast bonkige kerels met stuivende ogen waarin geen greintje angst te bespeuren was en die hun klinkers in hun vuisten hielen waarmee ze het meeste spreken deden.'

Weverling kent in al haar boeken dezelfde thema's: uitsluiting, bekrompenheid, compassie voor de underdog en de zin van het leven.

Aukelien Weverling (1977) is schrijfster en columniste
Ze studeerde journalistiek in Utrecht en woont in Amsterdam

In 2002 werd haar debuutroman Liever gekust genomineerd voor de Marten Toonder/ Geertjan Lubberhuizenprijs
Eerder verschenen in 2008 Politiek gevangene en in 2013 Het land


  Oktober 2017



Wie het mooist valt

Sara Novic

Uitgeverij Meulenhoff, 2017





'In Zagreb begon de oorlog om een pakje sigaretten.'

Met deze beginzin opent de debuutroman van de schrijfster Sara Novic.

Het is 1991 en de hoofdpersoon uit de roman Ana Juric is 10 jaar als de oorlog in Joegoslavië uitbreekt.
Serven en Kroaten staan tegenover elkaar. Luchtaanvallen, mitrailleuraanvallen en voedselrantsoenen bepalen het leven.
De veiligheid van het gezin van Ana loopt gevaar en haar jongere zusje, die ernstig ziek is, wordt naar de VS getransporteerd waar zij in een pleeggezin wordt opgenomen.
Als Ana's ouders op gruwelijke wijze vermoord worden en zij alleen achter blijft, krijgt ze steun om ook naar de VS te gaan en in het pleeggezin van haar zusje te komen.

Tien jaar later studeert en woont Ana in New York en heeft ze een relatie met Brian.
Ze heeft hem nooit over haar verleden verteld; ze heeft hem zelfs verteld dat ze in Amerika is geboren.
Tijdens haar literatuurstudie komt ze in aanraking met de schrijver Sebald, die in zijn bekende boek De emigres verhaalt over de levensloop van vier ballingen, waarbij de fantoompijn van de herinnering doorklinkt.
Dit roept bij Ana oorlogsherinneringen op, die haar familie voor altijd hebben veranderd.
Haar oorlogstrauma blijft ook haar achtervolgen en dwingt haar uiteindelijk terug te keren naar Kroatië op zoek naar vrienden en familie van toen.

Indrukwekkend is het gesprek met haar vroegere jeugdvriend Luka over de geschiedenis van Joegoslavië.
Luka: 'Er zijn mensen die beweren dat geweld gewoon bij de Balkan hoort. Dat het in onze natuur zit om elke vijftig jaar een oorlog te voeren.'
Ana antwoordt: 'Ik hoop dat ze ongelijk hebben.'

Wie het mooist valt leest als een pageturner met levende details en heldere beelden. Het is een coming-of-age roman en een verhaal over oorlog, verdriet, geheugen en de noodzaak met het verleden in het reine te komen.
De Joegoslavische burgeroorlog met o.a. Kroaten en Serviërs als de strijdende partijen, begon meer dan 25 jaar geleden.
Door het lezen van dit boek komt deze oorlog weer heel dichtbij en blijft het verhaal van Ana je als lezer raken.

Sara Novic (1987) groeide op in de VS en in Kroatië.
Ze studeerde literatuur en literair vertalen aan Colombia University, en geeft les aan deze universiteit en aan Wesleyan University
Haar werk verscheen in diverse literaire tijdschriften


  September 2017



En we noemen hem

Marjolijn van Heemstra

Das Mag uitgevers, 2017





'Stel dat Frans nog zou leven, is er dan iets wat jullie van hem zouden willen horen?', vraagt Marjolijn aan nog levende familieleden van een van de omgekomen slachtoffers van de aanslag.
De broers en zussen aarzelen. 'Wat zou een goed einde zijn voor dit verhaal, vraag ik.'
'Ik zou willen horen dat hij spijt had, zegt de jongste broer dan.' 'Dat zou het enige goede einde zijn.'

Wat heeft een pasgeboren baby met zijn voorouders te maken en wat betekent het dat je verantwoordelijk bent voor het doorgeven van de, of je geschiedenis?
Dit waren vragen waarmee Marjolijn van Heemstra het bekende heldenverhaal over haar oud-oom Frans van Heemstra heeft onderzocht.
Op 5 december 1946 komen drie 'foute' Nederlanders om het leven door een bom, verpakt als Sinterklaas-surprise.

Brein achter de aanslag is oud-oom Frans.
Op haar achttiende verjaardag krijgt Marjolijn van haar oma een ring van deze 'bommen-neef' met het verzoek haar eerst geboren zoon naar hem te vernoemen. In En we noemen hem verweeft de schrijfster de resultaten van interviews met familieleden en archiefonderzoek met de ervaringen van de laatste 27 weken zwangerschap van haar eerste zoon.

Met het opzwellen van buik en enkels groeit ook bij haar de twijfel of de 'bommen-neef' een echte held was of toch eerder een ordinaire misdadiger.
Het resultaat is een spannend en geromantiseerd verhaal over mythe en werkelijkheid, goed en kwaad en tegelijkertijd een beschrijving van de onzekere periode die de zwangerschap en de bevalling voor haar met zich meebrengen.

Marjolijn van Heemstra (1981) is theatermaker, dichter en schrijver. Zij studeerde godsdienstwetenschappen.

In 2009 kwam haar eerste gedichtenbundel uit: Als Mozes had doorgevraagd
In 2012 kwam haar eerste roman uit, getiteld De laatste Aedema

In de theatervoorstelling Bouta!, biografie van een macho portretteerde zij onder meer haar oud-oom Aarnoud van Heemstra, in de vorige eeuw gouverneur van Suriname. Zij is verbonden aan het RO Theater in Rotterdam.


  Maart 2017



Vuurkind

S.K. Tremayne

Uitgeverij Prometeus, 2016





Het boek begint met een eerbetoon aan zijn voorouders.
In de noot die voorafgaat aan het boek schetst de schrijver de achtergrond van het boek.
Dat speelt zich af in en rond de tin-en kopermijnen in Cornwall, waar de grootmoeder van de schrijver op haar tiende werkte als 'bal maiden': een meisje dat met een hamer stenen in stukken moest slaan in een van de mijnen in Noord Cornwall.

De mijnen spelen een belangrijke rol in het boek, omdat daar op mysterieuze wijze de moeder van de achtjarige Jamie is omgekomen.
Rachel is getrouwd met de rijke, knappe en geheimzinnige David en wordt de stiefmoeder van Jamie.
Ze verhuist naar het Carnhallow House in Cornwall, waar zij een nieuw leven opbouwt.

Ondanks haar inspanningen om een band met Jamie op te bouwen blijft Jamie dreigende woorden tegen Rachel te uiten en vertoont hij vreemd gedrag doordat hij zegt contact te hebben met zijn overleden moeder.

David werkt vooral in Londen, en komt enkel in het weekend thuis.
Hij wil geen antwoord geven op de vragen die Rachel hem stelt over de toedracht van het overlijden van zijn vrouw, over het vreemde gedrag van Jamie.
Rachel gaat zelf op onderzoek uit, wordt steeds banger voor de toekomstvoorspellingen van Jamie die haar persoonlijk treffen: 'Met Kerstmis ga je dood.'

Vuurkind is goed geschreven, spannend tot op de laatste bladzijde en het lukt de auteur je als lezer met verschillende scenario's om de tuin te leiden.
De sfeer van het oude leven in de mijnen in het ruige Cornwall met steile kliffen geven het boek een prachtige en goed voor te stellen achtergrond.

S.K. Tremayne is het pseudoniem van een internationale bestsellerauteur, die woont en werkt in Londen.
Hij schreef begin 2015 de ijzingwekkende spannende thriller IJstweeling, waarvan er in Nederland en Vlaanderen meer dan 55.000 werden verkocht.


  December 2016



Operatie Caesar

Garance Le Caisne


Uitgeverij De Bezige Bij, 2016




 
Het regime van Assad vecht sinds 2011 een strijd uit op leven en dood.
De oorlog in Syrië heeft zich nu uitgebreid naar Europa, met bloedige aanslagen in Brussel, Parijs en Duitsland.
In Syrië heeft de burgeroorlog al aan meer dan 150.000 mensen het leven gekost.

Twee jaar lang, tussen 2011 en 2013 kopieerde een fotograaf van de militaire politie met de schuilnaam Caesar duizenden foto's van gevangenen die waren overleden, veelal als gevolg van marteling of uithongering.
Caesar handelde in opdracht van het regime Assad. Hij moest de foto's documenteren en archiveren.
De lichamen droegen nummers die op de huid waren geschreven.
Hij heeft de foto's op usb-sticks gezet om ze, verborgen in zijn schoen of zijn riem, het gebouw uit te smokkelen.
Hij liep over naar de Syrische oppositie en met hun hulp vluchtte hij het land uit.

Operatie Caesar bevat, naast de getuigenis van 13 slachtoffers die ook Syrië zijn ontvlucht, het verhaal van Caesar, die zijn leven en dat van zijn familie op het spel zette: 'Ik zat gevangen tussen twee vuren. Ik was bang te worden gearresteerd door de rebellen omdat ik voor het regime werkte en ik was bang om te worden gepakt door het regime omdat ik bewijzen van martelingen verzamelde.'

Op de vraag van de Amerikaanse David Crane, voormalig hoofdaanklager van het VN-tribunaal voor Sierra Leone, waarom hij de foto's in vrije wil heeft overgedragen antwoordt hij: 'Ik heb dit gedaan voor de Syriërs, zodat de moordenaars verantwoordelijk worden gesteld voor hun misdaden en berecht zullen worden. Ik heb Syrië met zuivere, oprechte bedoelingen verlaten en hoop door het tonen van de foto's de ware aard van het moorddadige bewind van Assad aan te tonen.'

Informatie van overlopers is in het verleden weleens onbetrouwbaar gebleken, maar Crane vond Caesar 'een geloofwaardige getuige die de waarheid vertelt'.
De foto's zijn o.a. vertoond in het Congres van de Verenigde Naties en eind 2015 heeft de mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch de beelden erkend als authentiek bewijs van misdaden tegen de menselijkheid.

Hoewel de onderhandelingen over vrede in Syrie al een tijd lang gaande zijn, blijft vrede ver weg.
Garance Le Caisne is een onafhankelijk journalist.
Ze woonde in Cairo en deed voor Franse media verslag van de Arabische Lente.

Haar reportages worden gepubliceerd in onder andere Le Journal du Dimanche en L'Observateur en overgenomen in toonaangevende internationale media.
 

  Augustus 2016



Een soort van liefde

Alicja Gescinska

Uitgeverij De Bezige Bij, 2016





Waarom is de mens wie hij is? Wat is liefde? Van iemand houden tegen beter weten in? Kies je in of voor de liefde?

In Een soort van liefde gaat het om verschillende soorten liefde: van een moeilijke liefde tussen een vader en dochter en de liefde tussen een oudere professor en een jonge studente.
Het boek vertelt afwisselend het verhaal van de dochter en van Anna, een Vlaamse studente die een belangrijke rol in het leven van haar vader heeft vervuld.

Elisabeth is psychologe en enig kind van een bekende professor Duitse cultuurgeschiedenis, genaamd Raymond Vernon.
Haar ouders zijn gescheiden toen zij jong was en haar relatie met hem was niet goed.
Het lijkt haar daarom niet zwaar na zijn dood zijn huis leeg te maken.

Allengs krijgt ze meer en meer zicht op haar vaders leven; ze probeert hem, en de keuzes die hij in zijn leven heeft gemaakt, te begrijpen.
Ook haar eigen herinneringen aan de 'verplichte' bezoeken aan haar vader en diens nieuwe partner komen boven.
Elisabeth is therapeute. Met haar patiënten bespreekt ze alle schaduwkanten van de liefde.

Zelf weet ze niet goed te handelen in de liefde.

Anna is afgestudeerd aan de universiteit van Leuven en gaat naar de VS om daar te promoveren op het werk van Emily Dickinson.
Via een studiegroepje komt ze in contact met de charismatische professor Germanistiek Raymond Vernon, waarmee ze een kortdurende maar intensieve liefdes-relatie begint.
Ze verdwijnt zonder afscheid van hem te nemen, wat van grote invloed zal zijn op het verdere leven en het kluizenaarsbestaan van Vernon.

De liefde kent geen eenduidige antwoorden in het boek en wordt op filosofische wijze uitgewerkt, zoals in de volgende zin uit een van Anna's brieven.
'Nee, het is niet de rede, maar het vermogen om lief te hebben dat ons tot mens maakt.
De mens is een soort van liefde,' wat een verwijzing naar de titel van het boek is.

Als Anna vraagt wat de definitie van ons samenzijn is, antwoord Raymond Vernon dat er geen categorie bestaat waarin je ons kunt onderbrengen.
'Vraag me niet om een Linnaeus van de liefde te zijn, dat kan niet. Ik denk niet dat je de liefde kunt classificeren als planten.'

In een interview met de schrijfster in het VPRO-boekenprogramma in maart van dit jaar geeft ze enkele antwoorden op wat de liefde is of zou kunnen zijn.

'We hebben geen vat op de liefde.
Immers mensen die alleen zijn hebben ook keuzes gemaakt in de liefde.
En het beeld dat wij over de ander hebben zegt meer over ons en beïnvloedt hoe wij liefhebben.
Ook heeft liefde niets met rechtvaardigheid te maken.'

Ze noemt nogmaals het motto van haar boek van Emily Dickinson: liefde is als het leven - louter langer.

Alicja Geschinka (1981), geboren in Warschau, is een van de meest toonaangevende jonge filosofen van België en Nederland.
Zij vluchtte in 1988 met haar familie van communistisch Polen naar België, waar zij in Gent promoveerde als doctor in de filosofie.

In 2011 verscheen van haar hand De verovering van de vrijheid, een non-fictieboek waarin ze de morele onverschilligheid van deze tijd aankaart en dat alom lof oogstte.


  Maart 2016



Tussen de wereld en mij

Ta Nehisi Coates

Uitgeverij Amsterdam University Press, 2015





'Ik schrijf je in je vijftiende levensjaar.

Ik schrijf je omdat dit het jaar is waarin je hebt gezien hoe Eric Garner gewurgd werd voor het verkopen van sigaretten; omdat je nu weet dat Renisha Mc Bride werd neergeschoten, omdat ze hulp zocht; dat John Crawford neergeschoten werd omdat hij in een warenhuis rondliep.'

'En je hebt mannen in uniform langs Tamir Rice zien rijden om hem te vermoorden: een twaalfjarig kind dat ze op grond van hun eed hadden moeten beschermen. En je hebt gezien hoe mannen in dezelfde uniformen Marlene Pinnock afranselden, een oma, aan de kant van de weg.
En je weet nu, als je het niet al wist, dat de politiebureaus van dit land bevoegd zijn om je lichaam te vernietigen.'

In 1963 schreef de Afro-Amerikaanse schrijver James Baldwin The Fire Next Time, een lange brief aan zijn 15 jaar oude neefje James.
Daarin reflecteert hij op zijn leven als zwarte man in de VS.

In Tussen de wereld en mij kiest Ta-Nehishi Coates voor dezelfde briefvorm waarin hij het woord richt tot zijn 15- jarige zoon en beschrijft hoe het is om als zwarte jongen op te groeien in Amerika.
Hiermee levert hij een eerbetoon aan Baldwin.

Coates zegt niet dat je de strijd moet opgeven, sterker, dat is je levensvervulling, maar je moet geen licht aan de horizon verwachten.
Je moet schoonheid vinden in de strijd zelf.
Daarmee verwijst Coates naar het zwarte volk, een groep die zoveel heeft geleden, maar ook zoveel moois heeft voortgebracht op het gebied van cultuur en literatuur.

De schrijver spaart in ruim 100 pagina's lange brief zijn zoontje niet; hij heeft niets om hem te troosten.
Hij raadt hem uiteindelijk aan geluk te vinden in de strijd zelf en in zijn eigen lichaam, omdat dat het enige is wat je hebt.
Tussen de wereld en mij is geboren uit herinneringen van de schrijver aan zijn jeugd in West-Baltimore.

Zijn vader zat bij de Black Panters. De angst domineert zijn jeugd. De angst die hij als schooljongen had om de straat over te steken.
Angst die hij voelt als hij voor het eerst Amerika verlaat en Parijs bezoekt.

Deze angst voelt hij ook als vader voor zijn zoontje.
'Wat ik leerde was: de zwarte man in mijn straat is voor mij wellicht eng, maar zelf is hij banger voor mij, en de statistieken geven hem gelijk.'
'Ik snapte ook het angstige gezicht van de demonstrant.'
'En soms heb je literatuur nodig om te snappen wat je op straat ziet.'

Coates stelt dat witte mensen zich in Dromenland bevinden, in slaap gesukkeld en levend in de suburbs met hun gemaaide gazonnetjes.
Hij noemt hen geen witten, maar 'mensen die geloven dat ze wit zijn', want ras is volgens hem een sociaal construct.

Tussen de wereld en mij is qua stijl lyrisch en de inhoud is hard.

De brief aan zijn zoon is te beschouwen als een essay over rassenproblemen in de VS.
Volgens de schrijver leeft het slavernijverleden nog tastbaar door in de Amerikaanse steden en in mensenlevens.
In al zijn artikelen en boeken is dezelfde les te lezen: dat je Amerika niet kunt snappen zonder in te zien hoe het witte superioriteitsdenken de hoeksteen van de samenleving vormt.

Na het lezen blijf je achter met de vraag hoe het gesteld is met het racisme in Nederland.
De in de VS wonende journalist en recensent van de Groene Amsterdammer is hier vrij pessimistisch over.
Hij beschrijft dat in de Nederlandse media niemand racistisch wil heten terwijl het netto-effect is dat er vele witte enclaves zijn.
Ook ziet hij dat hier een klimaat heerst vol goede bedoelingen.
Maar die in de ogen van Coates eerdere een slaappil zijn om 'de droom in stand te houden.

Ta- Nihishi Coates (39) is correspondent voor The Atlantic. Hij is auteur van de biografie The Beautiful Struggle.
Hij is in korte tijd de invloedrijkste denker over cultuur, politiek en racisme geworden.

In Amerikaanse media geldt hij als de man die de 'intellectuele leegte vult die is ontstaan na het overlijden van James Baldwin.
De schrijver woont met zijn vrouw en zoon in New York en verblijft tijdelijk met zijn gezin in Parijs.


  Maart 2016



Misschien Esther

Katja Petrowskaja

Uitgeverij De Bezige Bij, 2015





Misschien Esther speelt zich vooral af in Tsaristisch Rusland en de Sovjet-Unie onder Poetin.

Het is de persoonlijke zoektocht van de schrijfster naar haar verdwenen Joodse familieleden.

'De lijst mensen die zich tot mijn familie mogen rekenen, was met tien vingers afgewerkt.'

Feitelijk leven de meeste van haar familieleden alleen voort als naam, want slechts een handjevol heeft de twee ergste rampen van de twintigste eeuw, het stalinisme en het nazisme, overleefd.
De familiegeschiedenis bestaat naast archiefonderzoek uit gesprekken, verhalen van de vele reizen van de auteur en haar eigen gedachten over haar familieleden. De titel van dit persoonlijke verhaal slaat op de overgrootmoeder.
Diens kleinzoon herinnert zich niet hoe zijn oma heette; misschien Esther?

Met Misschien Esther krijgen mensen die er niet meer zijn een gezicht en probeert de schrijfster van al haar ontdekkingen en indrukken een samenhangend geheel te maken van de tragiek die behalve haar familie zoveel andere Joodse families is overkomen.

Schokkend zijn de beschrijvingen van de processen onder Stalin en de weerzinwekkende moordpartij van meer dan 33.000 Joden in september 1941 bij Babi Jar, een ravijn net buiten Kiev.

Petrowskaja gaat er op onderzoek en ze vraagt zich of een plek dezelfde plek blijft als je op die plek moordt, onder de grond stopt, opblaast, opgraaft, verbrandt, vermaalt, verstrooit, zwijgt, plant, liegt, afval dropt, laat vollopen, onder het beton stort, opnieuw zwijgt, afsluit, rouwenden arresteert, later tien gedenktekens opricht, de eigen slachtoffers eenmaal per jaar herdenkt en meent dat je er niets mee te maken hebt?

In een interview met het blad Tzum wordt Petrowskaja gevraagd waarom ze schrijft dat Hitler lezers vermoord heeft terwijl Stalin schrijvers vermoordde. Haar antwoord luidt als volgt: 'Het is een citaat van mijn vader en niet helemaal waar, want in zijn campagne na de oorlog heeft Stalin de Joden die tot het anti-fada comité behoorden, laten ombrengen.'

Misschien Esther kreeg een groots onthaal in Duitsland, waar Der Spiegel schreef dat zelden een onderzoek naar een familie-geschiedenis zo spannend en ontroerend werd beschreven.

Katja Petrowskaja (1970) werd geboren in Kiev.
Ze studeerde o.a. in Moskou, New York en San Francisco.
Sinds 1999 woont ze in Berlijn en schrijft ze in het Duits.

Misschien Esther is haar debuut, het boek werd in twintig talen vertaald en werd bekroond met de prestigieuze Ingeborg Bachmann Prijs


  Januari 2016



Liefde kan mislukken

Matthew Quick

Uitgeverij Lemniscaat, 2015





In het voorwoord van Liefde kan mislukken vertelt de schrijver hoe hij als twintiger vier jaar lang lesgaf aan een clusterklas met pubers.

Hij stond erop dat iedereen elkaar een hand gaf, vierde verjaardagen met zijn leerlingen, wenste aan het eind van het clusterklasuur de leerlingen een fijne dag en gaf ze een klap op hun schouder of een vuistgroet.
Toen het laatste jaar van zijn leerlingen naderde vroegen zij hem: 'Hoe moet dat nou als we gaan studeren?'
Bij wijze van grap nam hij een foto van zichzelf met zijn vuist uitgestrekt naar de camera, maakte er geplastificeerde afdrukken van en deelde die uit.

Inspiratie voor zijn boek kwam voort uit de briefjes en e-mails die zijn leerlingen hem hierover - nog jaren later - stuurden.

Het verhaal wordt verteld vanuit vier personages: de jonge Portia Kane wiens huwelijk net is mislukt; Mr. Vernon, haar leraar Engels van de middelbare school; een non, genaamd zuster Meave Smith en Chuck Bass, een ex-heroïneverslaafde die ook bij Mr. Vernon in de klas heeft gezeten.

Op het kaartje dat Portia Kane van Mr. Vernon krijgt staat het volgende: Portia Kane, Officieel Lid van het Mensenras! deze kaart geeft je recht op lelijkheid en schoonheid, hartzeer en vreugde, de grote hoogte- en dieptepunten van het bestaan en alles er tussenin.

De kaart geeft je ook het recht om te streven, te reiken, te dromen en degene te worden die je voorbestemd bent te worden (zoals je diep in je hart weet). Maak dus moedige keuzes, werk hard, geniet ervan en niet vergeten: je wordt wie je verkiest te zijn.

Deze tekst neemt Kane letterlijk als ze, nadat ze na een mislukt huwelijk haar man heeft verlaten en haar moeder heeft opgezocht, alles op alles zet om haar oude leraar te helpen. Deze is na een gewelddadige aanval van een leerling gestopt met lesgeven en gaan leven als een kluizenaar.

Dit boek leent zich uitstekend voor besprekingen in leesclubs.

De uitgever heeft diverse discussievragen op de website gezet zoals de volgende 3 vragen:

Toeval speelt een belangrijke rol in de roman. Vraag: hoe heeft toeval jouw leven gevormd?
Heeft een leraar ooit een positieve rol in je leven gespeeld en heb je hem/haar dit ooit verteld?
'Liefde kan mislukken, maar hoffelijkheid zal zegevieren.' (Een een quote van Kurt Vonnegut).

Waarom denk je dat de auteur ervoor heeft gekozen het boek Liefde kan mislukken te noemen?

Matthew Quick (42) doceerde jarenlang Engelse literatuur en film aan een middelbare school.
Hij studeerde Creative Writing en ontving een eredoctoraat in 'Humane Letters'.

Met zijn eerste roman voor volwassenen, Silver Lining PlayBook, dat ook werd verfilmd, brak hij door bij het grote publiek.
Zijn werk is in dertig talen vertaald en werd meerdere malen bekroond.


  December 2015



Cecile

Ish Ait Hamou


Uitgeverij Manteau, België 2015





Abril wordt geboren in een klein, arm dorpje in het zuiden van Marokko.
Hij leeft daar met zijn lieve moeder en strenge en traditionele vader en broers en zussen.
Op zijn elfde raakt hij per ongeluk verzeild in een veerboot op weg naar Spanje.

'Als we aanmeren, moeten jullie allemaal weer in jullie auto zitten. ik wil hier niemand zien, begrepen? Niemand.
Als ze iemand betrappen, vinden ze ons allemaal.'

Het kan me niet schelen wie jullie zijn of waar jullie vandaan komen, maar jammer genoeg zitten we met elkaar opgescheept.

'Dus ik zweer het, wie iets doms uithaalt, keil ik eigenhandig van de boot.
Ga weer onder je auto liggen en kruip in je verstopplaats zodra je de scheepsjournaal hoort.'

Abril is een van de vele jongens die als verstekelingen uit Marokko met de veerboot aankomen in Spanje.
Daar begint zijn overlevingstocht als jongen zonder papieren.

Uiteindelijk komt hij in Parijs waar hij kennis maakt met de jonge vrouw Cecile.
Komt hij ooit terug in Marokko? Zal hij ooit zijn broer Kareem en zijn lieve moeder terugzien?

Met Cecile weet Ish Ait Hamou een actuele roman te schrijven; herkenbaar vanwege de vele vluchtelingen die momenteel hun weg naar Europa proberen te vinden.

Ish Ait Hamou heeft een beeldende schrijfstijl, en weet de psychologisch interessante personages uit zijn roman een plek te geven.
Het wordt nergens saai of voorspelbaar. Een hartverwarmend boek van een veelbelovend schrijver.

Ish Ait Hamou (1987) schrijft van jongsaf verhalen en is vooral bekend als choreograaf, hiphopdanser en jurylid van So You Think You Can Dance.

In 2014 verscheen zijn debuutroman Hard hart, dat zeer populair is in de sociale media en waarvan meer dan 10.000 exemplaren werden verkocht.
Begin 2016 zal zijn nieuwste boek verschijnen: Als je iemand verliest die je niet kan verliezen.


  December 2015



Margje

Jan Siebelink

Uitgeverij De Bezige Bij, 2015





Wie kent niet de religieuze vader Hans Sievez uit Siebelink's boek Knielen op een bed violen?

Een vader die zo door religie is begeesterd dat hij zijn gezin te gronde richt.
Nu 10 jaar later blikt een oudere man gedurende de lange oudejaarsnacht terug op zijn leven in Margje: te beschouwen als een vervolg op die grote eerdere roman.

Margje is de moeder van Ruben en Thomas en geneigd om veel problemen in het gezin en haar familie met de mantel der liefde te bedekken.
Centraal in het boek staat de strijd van beide broers om de liefde van hun moeder.

'Ruben was er zeker van dat Thomas zou komen. Het was altijd een genot geweest om naar hem te kijken.
Een mooie jongen. Nog steeds die schoonheid zichtbaar, ondanks de lege oogkassen.
Een ernstig ongeluk, langer dan een jaar geleden, had Thomas blind gemaakt. Ook zijn spraakvermogen was aangetast.'

Het is oudejaarsavond en Ruben, inmiddels bejaard en woonachtig in het treurig vervallen ouderlijk huis bij de kwekerij, wacht op zijn jongere broer Thomas. Hij heeft zojuist het graf van zijn ouders bezocht en overziet zijn leven, waarbij fragmenten uit het gezinsleven voorbij komen.
Zoals de villa van zijn oom Anton, waar hij als jongen in de kelder een album vond met een foto van zijn oom met een jonge vrouw: Ruben's moeder.

Wat is de relatie van zijn moeder met zijn oom geweest; hoe was en is de verstandhouding met zijn eigen broer Thomas en hoe komt het dat hij altijd strijd met hem heeft geleverd om de uitverkoren zoon van zijn moeder te worden?

In Margje weet Siebelink een sfeer te scheppen over een belangrijk tijdsbeeld van onze samenleving.

Met herinneringen aan een benauwde jeugd met een godvrezende vader, een zorgzame en wereldse moeder en een relatie tussen twee broers waar meer gezwegen dan gesproken wordt.

In een interview geeft Siebelink toe dat het boek ook gebaseerd is op zijn eigen strenge protestantse opvoeding.
De orthodox-calvinistische interpretatie van de Bijbel, zoals neergelegd in de Heidelberger Catechismus, hebben hem en zijn familie sterk beïnvloed.

Interessant en om over na te denken zijn de paar zinnen voor in het boek uit het lange gedicht 'Het veer' over Sint Sebastiaan, de martelaar met de twee levens, van Martinus Nijhoff: 'Dat wie sterft pas ziet, hoe dieper het bloed is, dan de hemel hoog.'

Jan Siebelink (1938) veroverde in 2015 met zijn roman Knielen op een bed violen het grote publiek.
Het boek werd onderscheiden met de AKO-literatuurprijs en in verscheidene talen vertaald.

Momenteel wordt het boek verfilmd door Ben Sombogaart met in de hoofdrollen Barry Atsma en Noortje Herlaar.
Siebelink heeft ondertussen een omvangrijk oeuvre op zijn naam staan met o.a. een aantal historische romans.


  December 2015



Ga heen, zet een wachter

Harper Lee

Uitgeverij de Bezige Bij, 2015





In 1960 verscheen van Harper Lee To kill a mockingbird, vertaald als Spaar de spotvogel.

Dit boek werd wereldberoemd.
Nu, 55 later, verscheen haar tweede roman Ga heen, zet een wachter.

Dit is eigenlijk Lee's eerste boek.
Ze bood het destijds aan de uitgever aan, die haar adviseerde om het te herschrijven.
Een jaar geleden werd het typoscript ontdekt in het archief van Lee.

Het boek werd halverwege de jaren vijftig geschreven en speelt zich ook in die tijd af.
Jean Louise - die als kind Scout genoemd - keert op haar 26ste uit New York terug naar het stadje van haar jeugd Maycomb om haar ziekelijke vader (Atticus) te bezoeken.

Ze doet een vreselijke ontdekking want haar vader blijkt een racist en vindt dat 'de negers als volk nog steeds in hun kinderjaren verkeren.'
Ze is totaal ontredderd en vraagt zich af of haar vader de man is die ze als kind kende, haar als held vereerde en herinnerde als de verdediger van een onschuldige zwarte.

In de volgende dialoog wordt het probleem helder verwoord: 'Als je een keer goed vernederd bent Atticus, dan voel je je alsof je te afstotelijk bent om met andere mensen om te gaan. Hoe de negers nog zulke goede mensen zijn gebleven is mij een raadsel, na een eeuw van systematische ontkenning van hun menselijkheid. Ik zou weleens willen zien wat voor wonder we kunnen verrichten door een week fatsoenlijk tegen ze te zijn.'
'Ik heb je vermoord Scout. Ik moest wel.'
'Hou nu eens op met die dubbelzinnigheden! Je bent een aardige, lieve oude man en ik zal nooit meer een woord geloven van wat je tegen me zegt.'
'Maar ik hou van je,' zegt Atticus.

De titel is ontleend aan Jesaja 21, vers 6: want aldus heeft de Heere tot mij gezegd: ga heen, zet een wachter en laat hem aanzeggen wat hij ziet.
Aan het eind van het boek lijkt Jean Louise in te zien dat de confrontatie tussen de generaties een stadium is in haar volwassenwording.

In Ga heen, zet een wachter komen veel personen uit Spaar de spotvogel terug.
Het boek ontroert en is bijzonder actueel nu ras weer zo'n belangrijk onderwerp is in Amerika en in ons land.

Een tip: lees ook Spaar de spotvogel en vergelijk beide boeken!

Harper Lee werd geboren in 1926 in Monroeville, Alabama.
Haar eerste boek Spaar de spotvogel was een bestseller.
Ze won er de Pulitzer Price en talloze andere prijzen mee. Het boek werd verfilmd met Gregory Peck in de hoofdrol en won drie Oscars.


  Augustus 2015



IJstweeling

S.K. Tremayne


Uitgeverij Prometheus, 2015





'Ik heb nieuws, Kirstie. Goed nieuws. Geweldig nieuws.' 'In een soort spraakwaterval vertel ik Kirstie alles.
Dat we naar een bijzondere plek gaan verhuizen.
Een nieuwe plek, waar we opnieuw kunnen beginnen, een plek die heel mooi en fris en sprankelend is: ons eigen eiland.'
'Nou,' zeg ik. 'Hoe vind je dat? Verhuizen naar ons eigen eiland? Vind je dat niet spannend?'

Kirstie knikt zachtjes. Ze kijkt naar haar boek, slaat het dicht en dan kijkt ze weer naar mij en vraagt: 'Mama, waarom noem je me steeds Kirstie?'
Ik zeg niets. De stilte galmt door de kamer. Dan vraag ik: 'Wat zeg je lieverd?'
'Waarom noem je me steeds Kirstie, mam? Kirstie is dood. Kirstie is doodgegaan. Ik ben Lydia.'

Lydia en Kirstie zijn een eeneiige tweeling en groeien op in Londen. Als door een ongeluk Lydia overlijdt, verhuizen haar ouders naar een afgelegen Schots eiland. Door het vreemde gedrag van Kirstie, die beweert dat ze Lydia is en kan praten met haar overleden zusje, slaat bij beide ouders de twijfel toe.
Ze vragen zich af wat er echt gebeurd is op de avond van het ongeluk een half jaar geleden.

Ruim 300 pagina's lang blijft deze spannende thriller over verlies, bedrog en rouw je als lezer boeien.
Niet voor niets dat het boekenpanel in DWDD dit voorjaar IJstweeling koos en aanraadde vanwege de filmische stijl, de spanning en de voelbare afstand tussen beide ouders die het verdriet om hun dode dochter en de twijfel over welke helft van de tweeling is overleden, niet kunnen delen.

De internationale bestseller-auteur zou volgens de vier boekverkopers mogelijk Julian Barnes zijn.
De gastheer zelf noemt Ian McEwan. Wikipedia houdt het op de Britse journalist en schrijver Sean Thomas.

S.K. Tremayne is het pseudoniem van een internationale bestseller-auteur, die woont en werkt in Londen.
De vertaalrechten van IJstweeling zijn verkocht aan achttien landen.


  Juni 2015



Ook dit gaat voorbij

Milena Busquets

Uitgeverij Meulenhoff, 2015





'Daar ben ik dan. Op de begrafenis van mijn moeder, en ook nog eens veertig. Ik ben volgens mij nog nooit zo slecht gekleed geweest.'
'Bijna al mijn vrienden zijn gekomen en een paar van die van haar, en een paar die nooit vrienden zijn geweest, van niemand.'
'Door de ziekte, die haar bruut van haar troon stootte en haar koninkrijk meedogenloos verwoestte, haalde ze ons allemaal het bloed onder de nagels vandaan, en dat merk je natuurlijk op de begrafenis.'
'Om te beginnen heb jij, de gestorvene, je behoorlijk misdragen, en daarbij kunnen ze het niet zo goed vinden met mij, de dochter.'
'Dat is natuurlijk jouw schuld, mam. Onbewust en beetje bij beetje legde je de verantwoordelijkheid voor jouw slinkende geluk op mijn schouders.'

Aan het woord is Blanca, die in Ook dit gaat voorbij de veelal moeizame verhouding met haar moeder beschrijft.
Als haar moeder gestorven is, heeft ze het gevoel werkelijk volwassen te moeten worden.
Ze kan immers niet langer op haar ouders leunen en moet een plek op de wereld veroveren.
Daarom nodigt ze haar twee ex-partners en enkele vrienden uit om samen met haar twee zoons de zomer door te brengen in het familiehuis in het bekende kunstenaarsdorp Cadaques.

Alles in het dorp herinnert haar aan haar moeder en het contact dat ze met haar had.
Haar vrienden en de ex'en, de vaders van haar twee zoons, proberen haar af te leiden tijdens de vele etentjes, waarbij de drank rijkelijk vloeit.
Door met elkaar te filosoferen, te feesten en samen te lachen willen ze Blanca laten voelen dat 'ook dit voorbij zal gaan'.

Het boek is sterk autobiografisch en een ode aan haar moeder, de liefde en de zee.
Ondanks de zwaarte van het thema rouw heeft het verhaal een luchtige toon.

In een interview in de Standaard vertelt de schrijfster hierover:
'Ik wilde een evenwicht vinden tussen het tragische van het overlijden en het leven dat doorgaat en de moeite waard blijft, ondanks alles.
Lichtheid is mijn manier om met verdriet en rouw om te gaan.
Frivoliteit helpt me om het leven het hoofd te bieden.'

Milena Busquets (1972) groeide op in een schrijversfamilie in Spanje.
Haar moeder was een zeer bekende auteur en uitgever. Milena debuteerde met Tambien esto pasara, een boek over liefde, seks en verdriet.
Tegenwoordig is zij naast schrijver, journalist en vertaler Frans en Spaans.

Ook dit gaat voorbij is inmiddels aan dertig landen verkocht.


  Juni 2015



Harem

Ronald Giphart

Uitgeverij Podium, 2015





'Mijn vader werd geboren in 1973 in Amsterdam. Volgens mensen die ik er later ook sprak waren de jaren zeventig in Nederland het eindpunt van de beschaving. Nergens op aarde was de welvaart, voorspoed en vrijheid zo groot.'

Aan het woord is Liam, de 20- jarige zoon van Mc Donald Hope, roepnaam Mac.
In een Zweedse berghut beschrijft Liam de familiegeschiedenis van zijn vader, een wereldberoemde fotograaf met zijn geliefde Hasselblad.

Mac staat bekend om zijn vrijgevochten, liberale en gedreven levensstijl.

In de Melkerij in Stockholm vindt een belangrijk deel van het leven van Mac plaats: 'In de roemruchte, hectische begintijd was de Melkerij - een voormalige melkfabriek - het decor van een langdurige feestelijke logeerpartij.

Hoewel Mac het gebouw bezat, was het zijn beste vriend Hampus die de voortrekkersrol vervulde en tentoonstellingen, poëzie-orgies en concerten organiseerde.
De Melkerij werd een magneet voor extravagante schoolmeisjes, wereldbestormende kunstenaars, protestzangers, anarchisten, dandy's die het woord bohémien niet kenden, regelrechte mafkezen, driftkikkers, dragqueens, samenzweerders, meeslapers en torenblazers.

Er traden bandjes en dj's op. Mac maakte foto's van de bands.
De legendarische harem van Mac bestaat uit Liam's moeder Freija, zijn assistente Tilda en de jonge Nina.

Liam baseert de geschiedenis van zijn vader op brieven, gesprekken, foto's en zijn eigen verbeelding.
De roman kent veelvuldig tijd-, en perspectiefwisseling, en daarnaast ook mooie scenes waarin de liefde wordt bedreven.

Giphart wordt als schrijver veelvuldig geassocieerd met seks en joligheid.
Met deze nieuwe roman overtreft hij zichzelf.
Het resultaat is een ontroerende roman over liefde en vaderschap.

Ronald Giphart (1965) schreef bestsellers als Ik ook van jou, Giph en Ik omhels je met duizend armen.


  April 2015



Efter

Hanna Bervoets

Uitgeverij Atlas Contact, 2014





Bervoets is bekend vanwege haar originaliteit: in de vier romans die ze tot nu toe schreef en in haar wekelijkse columns die zij schrijft voor Volkskrant Magazine.

In deze nieuwe roman lanceert Bervoets een scherpe aanval op de medische industrie en op de in 2013 verschenen nieuwe editie van het handboek voor psychologen en psychiaters: DSM V.

Uitgangspunt van dit boek is het gegeven dat verliefdheid in de niet eens verre toekomst in het DSM-handboek wordt opgenomen als Love Addiction Disorder, afgekort als LAD.
Te beschouwen als een ernstige psychiatrische stoornis met symptomen als aanhoudende hunkering, stemmingswisselingen, verstoorde realiteitsbeleving, obsessief compulsieve gedachten en/of handelingen en ontwenningsverschijnselen.

Om deze LAD te bestrijden wordt een nieuw medicijn ontwikkeld: Efter.

In de roman komen negen personages aan bod die op de een of andere manier met het medicijn te maken krijgen.
Overtuigend wordt Bervoets in de beschrijving van de opname van het zestienjarig meisje Fajah in een kliniek waar wordt geëxperimenteerd met Efter.
Het zijn deze experimenten die de onderzoeksjournaliste Laura ertoe doet besluiten een artikel te schrijven over het Efter-complex.

Met Efter heeft Bervoets een origineel verhaal geschreven over de liefde met een verrassende perceptie op de toekomstige maatschappij.

Hanna Bervoets (1984) is journaliste, columniste en schrijfster van romans.

Efter is haar vierde roman.
Een eerdere titel, Lieve Celine, werd verfilmd en bekroond met de Opzij literatuurprijs.

In 2010 schreef Bervoets in opdracht van de Haagse toneelgroep Firma MES haar eerste toneelstuk Roes.

Zij werd door literair tijdschrift Das Magazin uitgeroepen tot een van de tien belangrijkste auteurs onder de 35.


  Januari 2015



Heilbrons hel

Jannetje Koelewijn


Uitgeverij Atlas Contact, 2014





'Ik praat alleen over mijn werk. Nooit over mijn privé-leven.' Ze deed of ze hem niet gehoord had.
'Ik zou willen weten hoe u voorzitter geworden bent van de raad van bestuur van B4..'. 'CEO. Chief executive officer. Je moet het wel goed zeggen. Het maakt nogal wat uit, hè. Weet je het verschil? Een voorzitter is de primus inter pares in een collegiaal bestuur en de CEO is de baas.'
'Wat wil je nog meer van me weten? Wat spreken we trouwens af over de tekst?'
'Ik wil wel controle hebben over wat je opschrijft.' Hij knikte naar het notitieblok dat Francoise naast haar bord had gelegd.'

Heilbrons hel beschrijft de lotgevallen van Cor Heilbron, topman van een groot internationaal voedingsmiddelenbedrijf en vader van drie kinderen.
Heilbron wordt verdacht van handel in aandelen met voorkennis. Lucas Pauw is officier van Justitie, gescheiden en heeft 2 jonge kinderen.
Hij handelt deze zaak af en beschikt over onvoldoende bewijs.

Daarnaast is hij naarstig op zoek naar een vrouw, waarvoor hij een relatiebemiddelingsbureau heeft ingeschakeld.
De ex-politicus Etienne Godefroij probeert de TFM, Toezichthouder Financiële Markten groot en invloedrijk te maken.
In de vlot geschreven en spannende roman vervult de journaliste Francoise den Tex het geweten temidden van herkenbaar politiek gekonkel.

Met Heilbrons hel lukt het de schrijfster om de praktijken van politiek, handel en journalistiek op een luchtige en overtuigende manier te beschrijven.

Voor in het boek heeft ze de volgende zin opgenomen:
'Ik heb zo weinig mogelijk verzonnen en toch is dit een roman.
Wie zich in een van de personages meent te herkennen: u bent het niet.'
Deze toevoeging lijkt echter volstrekt overbodig.

Jannetje Koelewijn interviewde voor de NRC jarenlang top-ondernemers.
In 2011 verscheen De hemel bestaat niet, een aangrijpend boek over het huwelijk van haar ouders.


  December 2014



Zolang niet alles is verteld

Marre van Dantzig


Uitgeverij De Brouwerij, Maassluis 2014





'Bij mijn vader is vorige week de ziekte van Parkinson geconstateerd. Het vonnis kwam niet uit de lucht vallen; de neuroloog bevestigde de diagnose van de huisarts en zette elf kenmerken op een rijtje, die precies bleken te kloppen. Mijn vader hallucineert bovendien. Hij ziet vreemde vogels die in geen velden of wegen te bekennen zijn. De specialist zegt dat dat een bijwerking van zijn medicijnen is.'
'Zijn vingers kunnen de viool niet meer hanteren, de auto moet hij laten staan, 's nachts zoekt hij naar de kamer die hij net verlaten heeft. Zijn dagen zijn vervuld met hindernissen, hij krimpt en kromt almaar. Ineens besef ik dat ik snel moet zijn als ik zijn leven, zijn verhalen wil bewaren.'

De vader van Marre van Dantzig vluchtte tijdens de oorlog met zijn ouders, zus en neef naar Zwitserland, verbleef enkele jaren in het Verre Oosten en was gedurende lange tijd zakelijk leider van het Concertgebouworkest.
Op het moment dat zijn geheugen hem in de steek laat en de geestelijke teloorgang van haar vader voortschrijdt, wil Marre alles over hem te weten komen. In veertig korte hoofdstukken komt het beeld van een bijzondere man tot leven.

Hij schrijft ontroerende brieven aan zijn ouders en aan zijn vrouw als hij ver van huis is.

Hij is viool gaan spelen omdat zijn grootouders hem meenamen naar concerten: 'zij luisterden naar mijn eerste oefeningen alsof ik een sonate van Mozart speelde.'
Die een grote hoeveelheid partituren heeft verzameld en die bovenal met veel liefde zoveel jarenlang de leiding had over het Concertgebouworkest, dat vorig jaar zijn 125-jarig jubileum vierde.

De schrijfster heeft gebruik gemaakt van vergeelde documenten, dozen met krantenartikelen, souvenirs en haar eigen herinneringen.
Herinneringen aan de vele diners en recepties in het huis aan de Keizersgracht waar ze het als kind heel gewoon vond dat beroemde dirigenten, solisten en leden van het orkest na afloop van een concert kwamen souperen.
En ze schrijft vol liefde over het contact met haar vader op het eind van zijn leven en herinnert zich: zijn warme stem en woorden die me doen denken aan het vertrouwde geluid van toonladders waarop ik als kind in slaap werd gesust.

De titel van het boekje is mooi gevonden, tijdens een reis naar India klinken de woorden van Marre's vader als een mantra in haar oren:
'Wat gaat er verloren van de dingen die niet geboekstaafd zijn? Lang niet alles is verteld.'

Een aantal foto´s van o.a. Dolf van Danzig met koningin Juliana tijdens een galavoorstelling in het Concertgebouw verlevendigen dit prachtige eerbetoon van een dochter aan haar vader.

Marre van Dantzig runt de mooiste boekhandel van Amsterdam: Evenaar, gespecialiseerd in reisverhalen en 'literatuur van ver'.

Boeken verkopen, boeken lezen en verhalen schrijven horen onlosmakelijk bij elkaar


  Augustus 2014



Tijgers in de nacht

Fiona McFarlane

Uitgeverij Meulenhoff, Amsterdam 2014





'Ruth werd om vier uur 's nachts angstig wakker en haar wazige brein zei: Tijger. 'Dat was niet ongewoon; want ze was aan het dromen.'

Maar er klonken geluiden in het huis, en toen ze wakker werd, hoorde ze die.
Ze kwamen van de andere kant van de gang, uit de huiskamer.
Iets groots was bezig zich tegen Ruth's bankstel en televisie te schurken en, vermoedde ze, tegen de tarwekleurige leenstoel die was vermomd als oor-fauteuil. Andere geluiden volgden: het gehijg en ademen van een groot dier.'

Met deze openingszin begint Fiona McFarlane haar roman over de 75-jarige Ruth, die in haar eentje met haar katten in een afgelegen huis woont aan de westkust van Australië. Haar man Harry is een jaar geleden overleden en haar twee zoons wonen ver weg.

Dan komt op een dag Frida, een exotische vrouw, bij haar op bezoek om zoals ze zegt, namens de regering, voor Ruth te zorgen.
Ruth heeft graag gezelschap, is soms verward en blij met de aanwezigheid van Frida.
Deze Frida treedt vervolgens kordaat op, neemt de leiding van het huishouden en steeds meer beslissingen voor Ruth.
Maar ze blijkt ook eigen belangen te hebben en het is de vraag of Frida het vertrouwen van Ruth verdient.

Ouder worden, eenzaamheid, hunkering naar contact, verlies van geheugen en verwarring van de geest zijn de thema's van deze ontroerende én spannende roman.

Tijgers in de nacht is het debuut van de Australische schrijfster Fiona McFarlane.
Zij schreef eerder korte verhalen die o.a. werden gepubliceerd in The New Yorker.


  Augustus 2014



De weg naar zee

Elke Geurts

Uitgeverij De Bezige Bij, 2013





'Dus praatte Tessa tegen Summer alsof haar leven ervan afhing. En als ze niet praatte, zong ze zachtjes. Zo kon ze toonhoogte en ritmes leren onderscheiden en kregen de hersens nog meer prikkels die tot ontwikkeling stimuleerden. 'Rustig maar, baby'tje. Jij wordt normaal. Daar zorgt je mama voor.'

Hoe begrijpelijk is het dat je als moeder met een kind met het syndroom van Down je mislukt voelt? Wat betekent echte liefde voor je kind als het afwijkt van je ideaal? En welke rol speelt je omgeving hierin?

Samen met haar vriendin Gina lopen Tessa en hun beide dochtertjes Milja en Summer vanuit hun vakantiehuisje door de duinen bij Bergen naar zee.
Er is veel lawaai om hen heen, want al weken teistert een pyromaan het duingebied.

Gina is de oudste vriendin van Tessa; ze hebben samen veel meegemaakt. Behalve vriendschap is er onderling vergelijk over hoe ze met de kinderen omgaan. Waar Milja een voorlijk kind is, heeft Summer het syndroom van Down.

Tessa probeert er alles aan te doen om haar dochter zo normaal mogelijk te maken en gaat daarin zelfs zover dat ze een plastisch chirurg de scheve ogen van Summer laat recht zetten en haar tong laat inkorten.
In 156 pagina's beschrijft Elke Geurts deze wandeltocht waarin de net 40 geworden hoofdpersoon Tessa nadenkt over haar leven, haar scheiding en haar dochtertje Summer.

De stijl van deze vrij dunne roman grijpt de lezer regelmatig bij de keel.
Geurts verwoordt gevoelens van schaamte en mislukking en benoemt dingen die je eigenlijk niet mag benoemen.
In een interview in de Volkskrant zegt de schrijfster dat volgens haar steeds meer ouders hun kinderen onderwerpen aan plastische chirurgie.
De maatschappij waarin je op je uiterlijk wordt beoordeeld, kun je niet veranderen, maar je kind wel!
Prachtig is ook de omslag, dat de sfeer van het boek goed weergeeft: een foto van Edward Hopper uit 1930.

Elke Geurts (1973) studeerde aan de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht.
Ze schreef toneelstukken en hoorspelen, vooral voor jongeren, voordat ze doorbrak met het schrijven van korte verhalen.

In 2008 kwam de verhalenbundel Het besluit van Dola Korstjens en in 2010 Lastmens, een bundel met drie novellen.

Haar debuut uit 2008 kreeg diverse nominaties: de Gouden Boekenuil, de BNG Literatuurprijs en de Anna Bijnsprijs.
Elke houdt ook een blog bij, waarin zij haar schrijvers-, en gezinsleven beschrijft.


  2014



Leven na leven

Kate Atkinson

Uitgeverij Atlas Contact, 2013





'Och, mevrouw Todd, ze is er niet meer, mevrouw. Dood voor ze de kans heeft gehad om te leven.
Wat vreselijk, wat vreselijk. Nou wordt ze beslist een engeltje in de hemel. O, ik wou dat meneer Todd er was. Wat vreselijk. Zal ik mevrouw Glover wakker maken? Het kleine hartje. Een hulpeloos, wild kloppend hartje. Stopte ineens, als een vogel die uit de lucht valt. Een enkel schot. De duisternis viel in.'

Maar ook: 'Ik heb gehoord dat de baby bijna is overleden, zei mevrouw Glover. We zijn op de proef gesteld, zei Sylvie, en niet te licht bevonden deze keer, zei Bridget.'

Wat zou het gevolg zijn als je als mens meerdere levens hebt? Worden dingen beter door opnieuw te beginnen? Wat bieden inzichten uit vorige levens je?
In de roman Leven na leven experimenteert de Engelse schrijfster Kate Atkinson met dit gegeven.
Kan haar hoofdpersoon Ursula Todd de wereld redden van de onvermijdelijke neergang en zal ze het doen?

De geschiedenis van de welgestelde familie Todd vormt de kern van de ambitieuze roman van Kate Atkinson.
Ursula Todd wordt in 1910 in een buitenwijk van Londen geboren en sterft in het 1e hoofdstuk.

In het volgende hoofdstuk wordt ze geboren en blijft ze leven. Dat zal zich telkens herhalen.
Ursula krijgt steeds het vermoeden dat ze een eerder leven heeft gehad en maakt gebruik van informatie die ze in haar volgende leven benut.

In de ruim 500 pagina´s dikke roman, dat zich afspeelt tussen 1910 en 1970, en waarbij feiten en fantasie elkaar afwisselen, wekt Atkins Ursula telkens tot leven om haar de geschiedenis te laten beïnvloeden.
In Leven na leven maakt de schrijfster gebruik van literaire citaten en vooral beeldend taalgebruik over het bombardement van Londen, over de moordaanslag op Hitler en over reïncarnatie.

Na het lezen van deze meeslepende familie-geschiedenis weet je nog niet hoe het mogelijk is dat Ursula steeds opnieuw aan haar leven begint, terwijl ze eerder dood is gegaan. Je blijft achter met de vraag of je als mens verantwoordelijk bent voor het redden van de wereld.

Interessant is echter de vraag wat je zou doen als je verkeerde keuzes in je leven ongedaan zou kunnen maken.

Kate Atkinson won de Witbread Award voor haar 1ste roman Achter de schermen.

Leven na leven werd genomineerd voor de Women's prize for fiction 2013 en won de Costa Novel Award 2013


  Juni 2014



Euforie

Christiaan Weijts

Uitgeverij De Arbeiderspers, 2012





Christiaan Weijts wilde een roman schrijven tegen de achtergrond van de financiële crisis. 'Dan kom je al snel uit bij een architect als hoofdpersoon.

Elke economische crisis merken architecten het eerst en het langst. Bovendien zijn architecten erg interessante mensen, want zij moeten veel weten van kunst en ontwerpen. Je bent een alfa en bèta ineen.
En bovendien houd ik van boeken die een tijdsbeeld geven,' aldus de schrijver in een interview in de NRC.

In Euforie wordt architect Johannes Vermeer ('vermoedelijk familie van') opgevoerd. Hij wordt op een zonnige dag in juli aangehouden als hij met een geleend busje door Den Haag rijdt. Een politieagent leidt hem een tramtunnel binnen waar zich een ramp heeft voltrokken.

Bij een aanslag van islamitische terroristen zijn ruim veertig doden gevallen. Vermeer helpt bij de reddingswerkzaamheden en, om redenen die hij zelf niet helemaal begrijpt, verzwijgt hij zijn rol bij deze werkzaamheden. Vermeer's architectenbureau is een van de vier gegadigden die de opdracht krijgen een nieuw gebouw te ontwerpen op de plek waar de bomaanslag een gat sloeg in de Haagse binnenstad.

Het volk zal uiteindelijk in een referendum bepalen welk ontwerp wordt gekozen.
Vermeer laat zich bij zijn ontwerp inspireren door bouwwerken en ideeën uit de oudheid, waarbij hij gebruik maakt van harmonie-opvattingen van oude kunstcritici als Vitruvius, bekend van De Architectura, en Vasati.

Maar de klassieke waarden strijden met de huidige eisen van functionaliteit en economie.
Deze gedachte is in de gehele roman aanwezig.
De titel van het boek verwijst naar welzijn en geluk, maar ook naar het Griekse Eu (goed) en Foreien (dragen).
Het ontwerp van Vermeer moet het leed van de 43 doden dragen. Hij verbindt 'het goede' met de wereld van vandaag.

Naast een maatschappelijke roman is Euforie ook een Bildungsroman waarin de jonge Vermeer zich bevindt in het schemergebied van jeugd en volwassenheid, kennis maakt met klassieke muziek en literatuur en waarin de jeugdliefde Isa een belangrijke rol speelt.

De stijl van Euforie is lichtvoetig, soms stijgt de spanning en de afloop is niet geheel voorspelbaar.

De schrijver waaiert in zijn boek breed uit over talrijke maatschappelijke kwesties: macht van de media, fraude, privacy, duurzaamheid en commercialisering. Dat maakt dat in Euforie de columnist en schrijver Weijts dicht bij elkaar liggen.

Christiaan Weijts (1976) schreef in 2006 de alom bekroonde roman Art. 285b, waarvoor hij de Anton Wachterprijs en de Gouden Ezelsoor kreeg.

In 2008 verscheen Via Capello.
Dit boek leverde hem de Gerard Walschap Literatuurprijs op.

In 2009 schreef hij de novelle De etaleur.
Hij schrijft ook columns voor NRC Handelsblad, Nrc.next en De Groene Amsterdammer.


  Januari 2013



In tijden van afnemend licht

Eugen Ruge

Uitgeverij de Geus, 2012





'Markus had geen zin erop door te gaan, hij merkte dat mams hem weer wilde overhalen, maar hij vond die gebedsdiensten voor de vrede gewoon afschuwelijk, dat 'elkaar bij de hand pakken en samen zingen', dat hele gedoe, en na afloop lag iedereen op het erf te maffen, maar eerst zetten ze het op een zuipen en pisten ze tussen de tomaten. Voor een betere DDR. Hoe die er moest komen, bleef ondertussen een raadsel.'

Markus is de zoon van Alexander, het alter ego van de in 1954 in Rusland geboren en in Oost-Duitsland opgegroeide schrijver Eugen Ruge.

Hij was al achter in de vijftig toen hij zijn debuutroman In tijden van afnemend licht schreef, over de ondergang van de DDR aan de hand van zijn eigen familiegeschiedenis.

De roman beschrijft een halve eeuw Duitse geschiedenis tussen 1952-2001, gedrapeerd rondom liefde en leed van de acht leden van de Duitse familie Umnitzer, verdeeld over vier generaties.
Elk van de twintig hoofdstukken heeft een eigen hoofdpersoon, speelt in verschillende tijden en wordt verteld vanuit een ander perspectief op de Duitse geschiedenis.

Cruciaal in het boek is de datum 1 oktober 1989.

Grootvader Wilhelm is 90 geworden en zijn verjaardag wordt groots gevierd.

Terwijl buiten de roep om vrijheid en democratie steeds luider klinkt en het niet lang meer duurt voordat de Muur valt, eindigt de verjaardag van Wilhelm in een grote chaos. Een andere gebeurtenis die telkens terugkomt, is de viering van Kerstmis.

Schoondochter Irina hecht aan tradities en wil in 1991 nog één keer Kerstmis vieren zoals het volgens haar hoort.
Maar dat er tussen 1976 en 1991 een en ander is gebeurd, blijkt alleen al uit de ingrediënten voor de kloostergans.

Dat ze in de supermarkt per ongeluk whisky in plaats van cognac heeft gekocht, is niet alleen schrijnend maar ook veelzeggend.
Haar ondergang, de ondergang van de hele familie Umnitzer, loopt parallel met de ondergang van de DDR.

In 1991 is de Muur gevallen, Irina´s zoon Alexander woont ver weg, het socialisme heeft plaats gemaakt voor het kapitalisme, Irina en haar man Kurt dreigen hun huis uit te moeten en Irina is aan de drank. En het kerstfeest wordt een drama.

De titel van dit gezins-epos slaat op het afnemen van het stralende licht dat de communistische utopie beloofde.

Met het boek wil Ruge geen politieke boodschap afgeven.
Hij wil laten zien hoe het leven was, destijds in de DDR. Zonder rancune, maar ook zonder Ostalgie.
Niet met een bijtend sarcasme, maar met milde ironie.

Ook kiest hij bewust voor sober taalgebruik in zijn roman: 'Het klinkt misschien pathetisch, maar ik vind het noodzakelijk om na Auschwitz in een sobere taal te schrijven. De ergste dictators hanteren doorgaans de bloemrijkste taal. Ik verweer me tegen een taal die zichzelf optut en haar eigen schoonheid celebreert. Ik streef naar een taal die gaat glanzen vanuit de voorwerpen die ze beschrijft en die niet zelf schittert.'

In tijden van afnemend licht kent humor, is vernuftig dramaturgisch opgebouwd en vertelt aan de hand van dialogen wat er speelt. Naast het boeiende relaas van de uit vier generaties bestaande familie Umnitzer verweeft Ruge de wereldgeschiedenis in zijn boek, zoals de armoede in Rusland en de uitwassen van de Communistische revolutie.

Eugen Ruge (1954) werd geboren in Rusland.

Hij is auteur, regisseur en vertaler.

Deze debuutroman werd onderscheiden met de Alfred Döblinpreis, de Aspekte Literaturpreis en de Deutscher Buchpreis, de grootste literaire prijs van Duitsland.


  Januari 2013



Van het erf af

De trek van boerendochters naar de stad en de honger naar landleven

Door Sietske Dijkstra en Lia van Doorn (red.), uitgeverij de Graaff, 2012





Veel boerendochters verkozen de afgelopen decennia een bestaan in de stad boven het leven op de boerderij.
Over hun boerenafkomst hulden ze zich lange tijd in zwijgen. Want naast trots op hun afkomst, was er soms ook gêne voor het 'nest met een geurtje'.

Aafke Boerhorst is Texelse aan de overkant. Ze bracht haar jeugd door op een koeien-, en schapenboerderij op Texel.

Op haar achttiende vertrok ze naar de vaste wal; zo ging dat met boerendochters die door wilden leren.
Volgens haar zijn de boeren op Texel vrijer en minder aangepast dan boeren op het vasteland.

Ook was haar vader anders dan de doorsnee boer: de man zat te lezen als de andere boeren allang naar bed waren.
Aafke is een van de tien boerendochters die hun achtergrond als boerendochter beschreven in de bundel Van het erf af, de trek van boerendochters naar de stad en de honger naar landleven.

Wie zijn zij eigenlijk, deze boerendochters? In hoeverre heeft hun jeugd op de boerderij deze vrouwen gevormd? Zijn ze nog steeds boerendochter of zijn ze import geworden?

De vrouwen verhalen over het reilen en zeilen in het boerengezin.

Hun biografieën schetsen niet alleen hun persoonlijke verhaal, maar geven ook een tijdsbeeld van het platteland in de jaren vijftig tot tachtig van de vorige eeuw.

In de epiloog wordt geconstateerd dat dé boerendochter niet bestaat.
Ook zijn er verschillen tussen dochters die afkomstig zijn van een voorname herenboerderij en vrouwen die opgroeiden op een kleine boerderij met arme grond of gehuurd land.

De overeenkomstige kenmerken zijn groter: deze vrouwen staan vaak ten dienste van anderen en werken graag in of vanuit een collectief.
Het zijn harde werkers, ze hebben een groot verantwoordelijkheidsgevoel en zijn niet bang zijn om initiatief te nemen.

In de gezamenlijke zoektocht naar hoe deze vrouwen als kind en opgroeiend meisje waren vonden allen iets terug van de oude (gast)vrijheid en oude waarden van het boerenleven van hun jeugd.

Aafke gaat nog steeds iedere maand een weekend naar Texel. 'Ik ben een stadsmens geworden, maar ik zou niet zonder de natuur kunnen, want ik ben nog steeds een kind van het eiland. Het kneuterige van vroeger is bijna verdwenen, de boerenbedrijven van toen zijn grootschalige bedrijven geworden. Alleen de duinen en de zee, die zijn hetzelfde gebleven!'

De bundel Van het erf af biedt een bijzondere kijk op hoe boerendochters hun afkomst ervaren en geeft door de persoonlijke verhalen inzicht in de vele veranderingen die zich op het platteland hebben voorgedaan.


  November 2012



Villa Triste

Lucretia Grindle


Uitgeverij A.W.Bruna, 2012





Aan het eind van de Tweede wereldoorlog waren meer dan 200.000 Italianen actief in het verzet tegen de Duitsers.

Zo'n 55.000 van hen waren vrouwen en daarvan behoorden er 35.000 tot de partigiane combattenti, partizanenstrijdsters.
Op basis van hun verhalen is de indrukwekkende literaire thriller Villa Triste gebaseerd.

Het is 1943 in Florence als Caterina Cammacio haar bruidsjurk past.

Ze werkt in het ziekenhuis als leerling-verpleegster en wacht op haar verloofde Lodovico die als arts binnenkort op verlof komt uit Noord-Afrika.
Over twee maanden zullen ze gaan trouwen.

Haar zus Isabella en haar broer Enrico raken actief betrokken in het ondergrondse verzet van een groep partizanen.
Deze groep bestaat voornamelijk uit burgers, die verzet plegen tegen de heersende fascisten en Duitsers.

Caterina wil er in eerste instantie niets mee te maken hebben, maar door de sterke familieband raakt ze ook betrokken bij het verzet en bij het radio-netwerk in Villa Triste.

Dit netwerk wordt verraden en de beide zussen worden gedwongen een beslissing te nemen die jarenlang zal doorwerken.

Al die tijd houdt zij minutieus een dagboek bij.

De tweede verhaallijn speelt zich ook in Florence af, maar dan ruim 40 jaar later.
Inspecteur Alessandro Pallioti moet een moordzaak op een oude man oplossen, die voor verzetsleden uit de Tweede wereldoorlog een ware held was.
De man is doodgeschoten en zijn mond is volgepropt met zout.
Als het dagboek van Caterina bij het overige bewijsmateriaal wordt gevonden, komt niet alleen de geschiedenis van het verzet en het leven van beide zusjes boven, maar blijkt de moordzaak gecompliceerder te worden.

Het boek beschrijft fictieve personages op een meeslepende en invoelbare manier. Doordat het boek gebaseerd is op levens van echte mensen en gebeurtenissen geeft Lucretia Grindle de lezer een bijzondere kijk op deze, voor veel mensen, onbekende periode uit de geschiedenis van Italië.

Op de vraag waarom de schrijfster voor fictie heeft gekozen antwoordt ze: 'Ik wilde kijken naar hoe gewone mensen reageren in heel ongewone situaties. Ik vroeg me af wat moed is en hoe je die uit jezelf tevoorschijn haalt.'
'Het radio-netwerk in Villa Triste heeft echt bestaan, en is ook verraden.'
'Niemand weet door wie en om daar wel een antwoord op te vinden kunnen we ons tot de fictie wenden.'

Villa Triste kenmerkt zich door een ingetogen schrijfstijl.
Het is niet echt een thriller, maar wel een spannend boek met een onverwachte ontknoping.

Lucretia Grindle schreef eerder de psychologische thriller Nachtschimmen, en in 2006 verscheen haar eerste inspecteur Pallioti-roman.

Deze roman is haar derde.
De auteur is journaliste geweest in Engeland, Canada en Massachusetts.
Momenteel woont zij afwisselend in Engeland en Amerika.


  Augustus 2012



Er is hier niemand, behalve wij allemaal

Ramona Ausubel

Uitgeverij Meulenhoff, 2012





Wat weten we af van de Jodenvervolging in Roemenie eind jaren dertig?
Wat betekent het voor mensen die toen op de vlucht gingen?

In Er is hier niemand, behalve wij allemaal verbeeldt kleindochter Ramona Ausubel de geschiedenis van haar eigen Joodse oma die het geweld van de Tweede Wereldoorlog ontvluchtte. Het resultaat is het klassieke emigrantenverhaal, gecombineerd met de beschrijving van de betovering van een gemeenschap die besluit voor zichzelf een nieuwe wereld te creëren, vol magie en hoop.

Het is 1939 en berichten over de verschrikkingen van de oorlog bereiken ook het afgelegen Roemeense dorpje Zalischick.

Door de ogen van de jonge Lena, een jonge moeder, zien we hoe de dorpelingen het lot in eigen hand nemen.
De hechte gemeenschap probeert aan de Holocaust te ontkomen door haar eigen geschiedenis opnieuw uit te vinden.
Maar de realiteit haalt hen in en Lena moet vluchten om haar eigen leven en dat van haar twee kinderen te redden.

Ausubel vertelt een levendig en tegelijk dromerig verhaal met veel pijnlijke passages.
Zij schrijft over liefde, verlies en wanhoop.

Het meest opvallend van het boek is de verbeelding.
De magie maakt het boek niet heel gemakkelijk leesbaar.

De schrijfster is vooral een verhalenvertelster.
Om haar boek te schrijven voerde ze vele gesprekken met haar grootmoeder, bestudeerde ze het Oude Testament opnieuw en zocht het gebied van haar grootouders op.

Ramona Ausubel studeerde aan de University of California en publiceerde korte verhalen in o.a. The New Yorker. Hiermee won ze diverse prijzen.

Er is hier niemand, behalve wij allemaal
is haar debuutroman.


  Augustus 2012



De hemelverdiener

Ayad Akhtar


Uitgeverij De Bezige Bij, 2012





Religie kan complex zijn voor jongeren. Dat geldt zeker voor de Amerikaanse hoofdpersoon Hayat uit De hemelverdiener, de recente roman van de in Pakistan geboren schrijver Ayad Akhtar. Hayat's trouw aan de islam neemt radicale vormen aan, terwijl dat niet echt zijn bedoeling is.

Pas als de ernstige gevolgen duidelijk worden komt deze puber tot inzicht en probeert hij afstand te nemen van zijn geloof.
Een dergelijk dilemma maakt dit boek tot een hoogst actueel en interessant boek.

'Het zien van haar naaktheid was verkeerd. Dus naaktheid was verkeerd. Dus was mijn eigen naaktheid ook verkeerd.'
'Zelfs onder de douche wilde ik niet zien wat er tussen mijn benen zat. Ik wijdde mij met dubbele ijver aan mijn studie van de Koran.
Het was in die tijd dat ik het besluit nam een hafiz te worden.'

Hayat is de enige zoon van Pakistaanse ouders. Zijn vader moet niets hebben van de islamitische cultuur. Hayat's moeder en haar vriendin Mina houden daarentegen graag vast aan hun geloof. Hayat is zeer onder de indruk van Mina en is heimelijk verliefd op haar. Hij hoort dat Mina wil trouwen met een joodse Amerikaan. De komst van een jood valt niet goed in de lokale islamitische gemeenschap.

Uit de Koran blijkt immers dat de joden altijd al kwaadwillig zijn geweest jegens de islam: 'Het was al erg genoeg dat ze de waarheid van de leer van onze Profeet weigerden te erkennen, maar bovendien zwoeren ze tegen hem samen en sloten ze bondgenootschappen met zijn vijanden, waarbij sommigen het zelfs op zijn leven gemunt hadden. Het was daarom, las ik in de voetnoten, dat Mohammed zich uiteindelijk tegen de joden van Medina keerden.'

Geleidelijk radicaliseert Hayat in zijn geloofsovertuiging. In de ogen van zijn vader verandert hij volledig. Wanneer Mina het gezin verlaat en uiteindelijk zwicht om met een conservatieve islamiet te trouwen, wordt Hayat zo door jaloezie getroffen dat zijn gedrag tot rampzalige gevolgen leidt.

De hemelverdiener is een roman waarin zowel de mooie als tragische kanten van het geloof worden belicht. Het gaat ook over de verdeeldheid in een gezin en de spanning tussen het belang van tradities en het leven in een land dat andere eisen stelt. De schrijver maakt met zijn debuut de weg vrij voor een discussie over radicale geloofsovertuiging.

Ayad Akhtar is in Amerika geboren als kind van Pakistaanse ouders. Sinds 1999 woont hij in New York, waar hij naast zijn acteerwerk ook schrijft.
Dit is zijn eerste roman, die nog voor het verschijnen aan vele internationale uitgevers werd verkocht.


  April 2012



Vera Gran, de zangeres van het getto van Warschau

Agata Tuszynska

Uitgeverij De Bezige Bij, 2011





Met Vera Gran, de zangeres van het getto van Warschau, heeft de Poolse acteur Agata Tuszynska een interessante biografie geschreven over de joodse zangeres Vera Gran, die eigenlijk Weronika Grynberg heette. Tijdens de Tweede Wereldoorlog zong ze in het joodse getto van Warschau.

Daarna werd ze voor eeuwig achtervolgd door geruchten over collaboratie.
Ze zou in het getto voor de Gestapo hebben gezongen en tijdens de oorlog veel geld hebben verdiend.
Na de oorlog zwierf de zangeres een poos over de wereld om uiteindelijk in Parijs te gaan wonen.
Haar stem leek op die van Edith Piaf en ze trad onder meer op met Charles Aznavour.

Tuszynska trok 3 jaar met Vera Gran op, bestudeerde nagelaten documenten, zocht de nog schaarse overlevende getuigen op en dook de archieven in, op zoek naar tastbare bewijzen die Vera Gran haar vertelde.
Ze legde een groot inlevingsvermogen aan de dag om in het hoofd van de zangeres te kruipen en zich af te vragen hoe zijzelf in de gegeven omstandigheden zou hebben gehandeld.
Het leverde Tuszynska meer nieuwe vragen dan echte antwoorden op.

Heeft Vera Gran echt gecollaboreerd? Hoe komt het dat de pianist, wiens levensverhaal door Roman Polanski werd verfilmd, nergens Vera Gran vermeldt, hoewel ze beweert dat ze vaak met hem optrad?

Tuszynska beschrijft de laatste levensjaren van Vera Gran als volgt: 'Ze zit op haar bed, voorovergebogen.
Als een schildwacht bewaakt ze haar angst.'
'Ze leed aan paranoia, zag overal vijanden, was vervuld van haat en wraakgevoelens jegens iedereen die haar kwaad had berokkend.
'Er was geen enkele spiegel in huis, alleen haar oude concertaffiches. Ze schreef op het behang, en in 2007 overleed ze.'

De biografe toont zich zeer humaan in de omgang met de onmogelijke, oude vrouw die Vera Gran is geworden.
Uiteindelijk stelt zij zichzelf de vraag: 'En ik? Zou ik Vera na de oorlog werk hebben gegeven?'
Op deze vraag komt geen antwoord.

Dat is het mooie aan het boek. Je wordt erdoor aan het denken gezet over wat mensen elkaar kunnen aandoen en over dat wat geoorloofd is in oorlogssituaties , maar later tot morele vragen leidt.

Agata Tuszynska is een Poolse auteur. Zij schreef een biografie over Isaac Bashevis Singer en een joodse familiegeschiedenis op basis van het verhaal van de gebeurtenissen in haar eigen familie.


  April 2012



Het verhaal van mooi meisje

Rachel Simon

Uitgeverij Signatuur, 2011





Als je zusje een verstandelijke beperking heeft, je vader in een weeshuis is opgegroeid en je een documentaire ziet over mensonterende beelden uit een inrichting, zijn er genoeg ingredienten voor een mooie roman.

Een roman die je aan het denken zet over hoe de samenleving omgaat met mensen met een handicap.
En belangrijker nog, die je een blik geeft in gedachten van hen die als 'zwakzinnig' behandeld worden.

Het in 1968. Lynnie is een jonge, blanke, stomme vrouw die samen met de dove, zwarte Homan leeft in een gesloten inrichting.
Familie komt zelden op bezoek, de behandeling in de inrichting is mensonterend en voor Lynnie en Homan uitzichtloos.
Lynnie is zwanger geraakt doordat ze is verkracht door een groepsleider.

Ze worden verliefd op elkaar en slagen erin uit de inrichting te ontsnappen.
Na dagenlang zwerven bevalt Lynnie van een dochter.
Uitgeput kloppen ze aan bij een boerderij om onderdak te krijgen.
Ze worden liefdevol opgenomen door de gepensioneerde weduwe Martha.

Lynnie wordt door de politie opgepakt en weer naar de inrichting teruggebracht.
Homan weet uit de handen van de politie te blijven. Voordat Lynnie door de politie wordt meegenomen, fluistert ze moeizaam twee woorden in Martha's oor: 'Verstop haar'.

De hoofdpersonen uit het boek leiden daarna ieder hun eigen, moeilijke leven, waarin Lynnie en Homan al die jaren naar elkaar blijven verlangen.
Lynnie in de inrichting, die uiteindelijk wordt ontmanteld waardoor ze in een kleinschalige woonvorm terecht komt en leert praten.
Homan is voortdurend op de vlucht, maar ontvangt steun van veel mensen. Martha zorgt liefdevol voor Julia, zonder dat ze durft te vertellen dat Julia niet haar echte nichtje is.
Het duurt veertig jaar voordat moeder, vader en kind worden herenigd.

Het verhaal van mooi meisje is een ontroerend en hartverwarmend boek over mensen die uit schaamte worden weggestopt en over onvoorwaardelijke vriendschap.

Rachel Simon putte voor haar roman Het verhaal van mooi meisje uit eigen ervaringen.
Haar zus Beth - woonachtig in de staat Pennsylvania - heeft een verstandelijke beperking.
Rachel heeft jarenlang weinig contact met haar.
Als ze haar zus uiteindelijk beter leert kennen en samen met haar dagenlang meerijdt op stadsbussen realiseert ze zich dat ze veel van haar zusje kan leren. Door te zien hoezeer Beth omringd wordt door een hechte vriendenkring, waar zij alleen maar jaloers op kan zijn.

Simon schreef hier eerder de bestseller Riding in the bus with my sister over, dat ook verfilmd werd.


  Januari 2012



Kind van een oorlog

Anne Wiazemsky

Uitgeverij Meulenhoff, 2011





Een oorlog aangrijpen om los te komen van thuis.

Genieten van gevaarlijke situaties in de gevechts-linies en eeuwig twijfelen over de juiste keuzes.
Ben je gehoorzaam aan je ouders of geef je toe aan je wens om je leven in dienst te stellen van de oorlogsslachtoffers?

Claire Mauriac is werkzaam aan het front als chauffeuse voor het Rode Kruis.
Ze vervoert gewonden en helpt bij het verzet. Vader en moeder Mauriac vinden dat hun dochter thuis moet komen.
Claire wil niets liever dan strijd blijven voeren om maar niet naar Parijs terug te hoeven waar ze een huwelijk vreest en terug zal vallen in de rol van dochter van de beroemde schrijver Francois Mauriac.

Het is 1945 en Claire werkt en woont ondertussen met haar echtgenoot Yvan, de charmante Fransman van Russische huize, in het naoorlogse Berlijn.
Het lukt haar niet altijd om mensen te helpen: 'Vanavond is ze bijzonder van streek door de dood van een vrouw die bloedvergiftiging had en die ze niet heeft kunnen redden.'
'De vrouw was verscheidene malen verkracht door soldaten van het Sovjetleger en had geprobeerd abortus te laten plegen.'
'Zoals zoveel anderen.'

In het verwoeste Berlijn kiest Claire een Duitse kliniek kiest om te bevallen van haar dochter.
Ze wordt geconfronteerd met hoe de Duitsers zelf in het reine proberen te komen met het recente oorlogsverleden.

'Wat weet u van uw Duitse verloskundige? Heeft u zich niet afgevraagd wat hij tijdens de oorlog heeft gedaan? Waar hij was? Wat zijn rang was in het leger?', wordt haar gevraagd. 'Wat wilt u daarmee zeggen?' Het antwoord luidt: 'Helemaal niets. Hij is een uitstekende verloskundige, uw kind zal onder de beste omstandigheden worden geboren.'
'Wij overwonnenen zijn er niet meer aan gewend dat de overwinnaars een beroep doen op onze talenten, dat is alles.'

De roman Kind van een oorlog bestaat uit brieven en dagboek-fragmenten, die de periode tussen augustus 1944 en januari 1947 behelzen.
Claire's vertwijfeling tussen kiezen voor haar eigen vrijheid en voldoen aan de conventies van haar ouders worden in dit boek overtuigend weergegeven.

Het boek is geschreven door Anne Wiazemsky (1947), de kleindochter van de Franse Nobelprijswinnaar Francois Mauriac.
Het is een intense roman over solidariteit, leven vanuit idealen en een hartstochtelijke, maar onmogelijke liefde.
Wiazensky was als actrice te zien in talloze films, daarnaast is ze regisseur en een veelbekroond schrijver.


  Januari 2012